De kosten van WMO individuele voorzieningen zijn € 314.000 lager, de opbrengsten zijn echter € 551.000 lager. Per saldo betekent dit een nadeel van € 238.000.
De lagere kosten komt door:

• We hebben € 117.000 minder uitgegeven dan begroot aan Wmo voorzieningen. Dit komt doordat er minder grote woningaanpassingen zijn gerealiseerd. Dit betreft een incidentele voordeel. Daarnaast heeft er een heronderzoek vervoerskostenregeling (VVK) plaatsgevonden. Dit heeft geleid tot afname van het aantal maandelijkse vergoedingen. De verwachting is dat het volume de komende jaren verder afneemt.
• We hebben voor het onderdeel kleinschalige mobiliteitsoplossingen € 124.000 lagere lasten dan begroot. Dit komt door de nieuwe aanbesteding. Ook zien we dat we in 2017 20% minder kilometers gereden hebben voor de Regio Taxi. Per 2018 hebben we het budget al met €100.000 verlaagd (programmabegroting 2018-2021). Het voordeel voor 2017 willen we inzetten om duofietsen aan te schaffen, zie hiervoor het hoofdstuk Bestemming rekeningresultaat.
• We hebben € 128.000 minder uitgegeven aan Hulp bij Huishouding dan begroot. In 2017 zien we wederom een afname van het gebruik van huishoudelijke verzorging. Bij de programmabegroting 2018-2021 hebben we aangegeven dat we vanaf 2018 het hele budget nodig gaan hebben omdat we rekening moesten houden met een nieuwe CAO en een toename van het gebruik van maatwerkvoorziening na het stoppen van HHT per 2018. Inmiddels is gebleken dat er wel sprake is van een toename van het gebruik van de maatwerkvoorziening HH omdat er van HHT naar een maatwerkvoorziening wordt overgestapt. Echter niet in die mate dat het volledige budget in 2018 noodzakelijk zal zijn. In 2019 wordt opnieuw een toename verwacht wanneer de richtlijnen voor de eigen bijdrage worden gewijzigd.

De opbrengsten zijn € 551.000 lager doordat we minder eigen bijdragen hebben ontvangen. Voor het gebruik van de Wmo en Wmo voorzieningen moet op grond van de gemeentelijke verordening een eigen bijdrage betaald worden. Bij gebruik van de Wmo/ Wmo voorzieningen wordt dit aan het Centraal Administratie Kantoor (CAK) doorgegeven. Het CAK berekent vervolgens op basis van inkomen en stapeling van gebruik van de voorzieningen de eigen bijdrage. Vervolgens gaat het CAK over tot inning. De gemeente heeft geen invloed welk bedrag uiteindelijk bij de cliënt wordt opgelegd, ingevorderd en afgedragen aan de gemeente. De begroting 2017 is gebaseerd op resultaten van voorgaande jaren. Nu blijkt dat er een dip zit in de inkomsten wat volgens mondelinge informatie van het CAK onder andere wordt veroorzaakt door een neerwaartse bijstelling van de maximale eigen bijdrage. Verder is in de raming 2017 rekening gehouden met een nog te ontvangen post gebaseerd op 13 periodes van 4 weken. In werkelijkheid is de eigen bijdrage gebaseerd op 12 4 wekelijkse periodes.

Op de lasten van WMO collectieve voorzieningen hebben we een voordeel van € 217.000. Dit voordeel wordt grotendeels verklaard door een aantal oorzaken.

• We hebben minder uitgegeven aan migrantensubsidies (€ 29.000). De raming bij de migrantensubsidies wordt al enkele jaren niet volledig gebruikt. Echter of deze post structureel kan worden af geraamd is nog niet duidelijk. Dit omdat de afgelopen jaren subsidie aan Thuis in Oss (voorheen Oss Verwelkomt Vluchtelingen) is betaald vanuit de extra bijdrage van het Rijk in verband met verhoogde asielinstroom. Vanaf 2018 ontvangen we die extra rijksgelden meer.
• De lagere kosten (€ 36.000) bij maatschappelijke opvang worden veroorzaakt doordat er 6 minder moeder-kindplekken zijn gerealiseerd. Echter tegenover de lagere kosten staan ook lagere inkomsten.
• Voor de individuele waardering mantelzorgers hebben we vanaf 2016 € 90.000 beschikbaar gesteld. Dit was een indicatieve raming. We weten namelijk niet wat de respons is van Osse inwoners die een cadeaubon ter waarde van € 50 aanvragen voor zijn of haar mantelzorger. We constateren dat er in 2017 ongeveer 20% meer aanvragen zijn gedaan dan in 2016, maar desondanks is er bijna € 27.500 minder uitgegeven.
• Op 1 juni 2016 is gestart met de uitvoering van het Oss Innoveert binnen het sociaal domein. Daarbij hebben we toen voor twee jaar (2016 en 2017) € 300.000 per jaar beschikbaar gesteld voor de uitvoering van Oss Innoveert. In 2016 is bijna € 35.000 niet besteed en in 2017 € 82.000. Dit omdat er minder vernieuwende projecten zijn aangedragen. Hier staat een lagere onttrekking uit de reserve tegenover.
• De planning was medio 2017 te starten met de pilot psycholance vervoer (€ 53.500) voor mensen met verward gedrag. Het project is later opgestart en daarom zijn voor het eerst eind 2017 beperkt kosten gemaakt. Hierdoor is het budget grotendeels overgebleven. Hier staat ook een lagere onttrekking uit de algemene reserve tegenover.

Bij jeugdzorg hebben we een voordeel van € 1,1 miljoen. Dit wordt bijna volledig veroorzaakt doordat de kosten voor de transformatieagenda jeugd zijn doorgeschoven naar 2018, omdat de aanbesteding langer duurt dan we voorzien hadden. De procedure vraagt niet alleen om zorgvuldige inhoudelijke afwegingen, maar ook om realisatie binnen de juridische kaders. Inmiddels loopt de aanbesteding: deze is gepubliceerd en aanbieders zijn uitgenodigd om zich (in consortia) op subregionaal niveau in te schrijven. De resultaten van de inzet zijn naar verwachting nog steeds hetzelfde: een zorglandschap passend bij de huidige behoefte van onze inwoners en een kostenbesparing op de (middel)lange termijn. Omdat de centrumgemeente Den Bosch hiervoor dus nog geen kosten heeft gemaakt in 2017 hebben, komen onze kosten ook pas in 2018. De kosten zouden worden gedekt door een onttrekking aan de algemene reserve, de onttrekking schuiven we daarom ook door naar 2018. Daarnaast hebben we op dit moment geen grote voor- of nadelen bij jeugdzorg. Wel zijn we nog steeds bezig om meer grip en zicht te krijgen op de omvang van de jeugdzorg inzet en de hierbij behorende financiën. Deze zoektocht is er mede de oorzaak van dat we achteraf met verrekeningen geconfronteerd worden, zo ook voor 2016. Landelijk is bepaald dat zorgaanbieders nog vijf jaar achteraf bij gemeenten kunnen declareren. In 2018 verwachten we ook nog een verrekening van het landelijk aanbod jeugdzorg over 2017. Verder zijn er nog risico's te verwachten over 2017 met name voor overproductie, frictiekosten van jeugdzorginstellingen via de inkooporganisatie jeugdhulp. We blijven dit uiteraard analyseren en monitoren.

Voor WMO/AWBZ zijn de kosten € 3 miljoen lager en de opbrengsten € 672.000 hoger. Per saldo hebben we € 3,7 miljoen over. Dit bestaat uit de volgende onderdelen:

• Wmo begeleiding: € 260.000 nadeel;
• Wmo algemeen: € 240.000 voordeel;
• Wmo beschermd wonen: € 3,7 miljoen voordeel;
• Wmo centrumgemeente uitvoeringskosten: € 55.000 voordeel;

Wmo begeleiding In de dagbesteding en individuele begeleiding zien we een trendbreuk. Door de toename van de aantallen cliënten en de toename van de inzet van zwaardere zorg is er een budgetoverschrijding van € 260.000. De vraag is hoe dit zich de komende jaren gaat ontwikkelen. In 2018 gaan we dit verder analyseren.

Wmo algemeen De lagere kosten op het onderdeel Wmo algemeen worden met name veroorzaakt doordat we minder uit hebben gegeven aan jeugdpreventie, namelijk € 195.000. Van dit bedrag willen we € 38.000 overhevelen naar 2018 voor jeugdpreventie. Het budget is nog nodig voor het verder ontwikkelen en uitzetten van de werkwijze in de gemeente Oss en mogelijk deels voor de uitvoering van de preventieplannen. Daarnaast is een groot deel van het bedrag onderdeel geworden van het positieve jaarrekeningsaldo en wordt voorgesteld om dit te storten in de algemene reserve. Dit bedrag willen we echter gebruiken voor Kind Veilig Thuis. Dit voorstel wordt separaat aan u voorgelegd.

Wmo beschermd wonen Het budget wat we hebben voor beschermd wonen is een regionaal budget. We hebben een voordeel van € 3,7 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door:

• Beschermd wonen (€ 2.683.000);
• Wonen met ondersteuning (€ 850.000);
• Lagere uitvoeringskosten (€ 150.000). Voor beschermd wonen hebben we lagere kosten van € 2.005.000 en extra inkomsten van € 678.000. De kosten zijn enerzijds lager omdat we in de begroting 2017 rekening hebben gehouden met 100% bezetting bij de gecontracteerde zorgaanbieders tegen de zwaarste zorgvorm. In de loop van het jaar zijn er bedden niet bezet geweest en dus ook niet betaald. Daarnaast hebben we door sturing op volumes ervoor kunnen zorgen dat we minder kosten hebben. Bij de noodzaak tot uitbreiding hebben we per plek of via maatwerk boven de volumes ingekocht of PGB plaatsing gerealiseerd. We hebben wel gezorgd dat niemand tussen de wal en schip viel. Door deze inkoopsturing hebben we niet alle middelen Beschermd wonen ingezet. De extra inkomsten van € 708.000 zijn de bijdrage die we hebben gekregen ter compensatie van de uittreding van Veghel wegens de herindeling naar Meierijstad. We willen het budget voor beschermd wonen van € 2.683.000 beschikbaar houden voor mogelijke toekomstige nadelen (zie het hoofdstk bestemming rekeningresultaat).

Daarnaast hebben we het budget voor Wonen met ondersteuning niet volledig besteed, we hebben hiervoor € 850.000 lagere kosten. Het project is in oktober 2017 gestart en hiervoor heeft een aanbesteding plaats gevonden. Voor 1-1-2018 is er voor 40 plekken huisvesting gerealiseerd. Alleen de daadwerkelijke plaatsing van cliënten loopt nog achter. Hierdoor hebben we beperkt budget, namelijk € 50.000, in 2017 uitgegeven. In het eerste kwartaal van 2018 zullen alle 40 plaatsen bezet zijn en worden gedeclareerd. Omdat de kosten later komen hebben we het begrote bedrag van € 500.000 niet onttrokken aan de algemene reserve. Het andere bedrag van € 350.000 willen we overhevelen naar 2018, zie hiervoor het hoofdstuk bestemming rekeningresultaat.

De uitvoeringskosten van beschermd wonen zijn gemaakt binnen de reguliere personele budgetten. Daarom hebben we hier lagere kosten van € 150.000.

Wmo centrumgemeente uitvoeringskosten In de begroting 2017 was een bedrag beschikbaar van € 95.000, € 40.000 hiervan is besteed voor de uitvoeringsuitagenda. Voor 2018 gaan we dit hele bedrag besteden aan de uitvoering van de uitvoeringsagenda.