4. Wat heeft het gekost?
Omschrijving | Begroting 2017 primitief | Begroting 2017 na wijziging | Rekening 2017 | Verschil | Voordeel / Nadeel | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Resultaat kostenplaatsen | Lasten | 25.337 | 27.141 | 29.403 | 2.262 | N | |
Baten | -1.995 | -2.177 | -3.452 | -1.275 | V | ||
Saldo | 23.342 | 24.964 | 25.951 | 987 | N | Resultaat kostenplaatsenOp dit product is de overhead begroot en verantwoord. Deze overhead is conform de verslagleggingsvoorschriften alleen doorbelast naar grondbedrijfsactiviteiten. Aan andere producten waaraan een tarief gekoppeld is, zoals riolering en afvalinzameling gebeurd dit extracomptabel (in de berekening van het tarief). Het resultaat van de kostenplaatsen bestaat uit meerdere onderdelen, waarbij ook de mutaties in reserves betrokken moeten worden. Op de kostenplaatsen is er per saldo een nadeel van bijna € 987.000 (exclusief reserves). Inclusief reserves is dit nadeel € 963.000. Dit resultaat is tot stand gekomen op bijna 60 kostenplaatsen. Aan de lastenkant zijn hoofdzakelijk de salariskosten en andere personeelskosten geboekt. Deze lasten belasten we door naar de andere activiteiten in onze begroting. De doorbelasting naar de activiteiten gebeurt op basis van een aantal sleutels. De belangrijkste hierbij is het aantal uren. Bij de jaarrekening wordt het geheel voorcalculatorisch afgerekend of wordt het doorbelast op basis van het voorcalculatorisch uurtarief x werkelijk bestede aantal uren. Het nadeel van € 987.000 wordt gesplitst in: -De kosten voor personeel & organisatie: € 185.000. -Effect doorbelastingen: € 705.000. -Overige kosten: € 73.000. De kosten voor personeel en organisatie: De kosten voor personeel en organisatie zijn € 185.000 hoger dan begroot. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt doordat we de personeelsbudgetten niet hebben verhoogd als gevolg van het CAO akkoord in 2017. Dit was niet meer mogelijk. Het gaat om een bedrag van ongeveer € 190.000. Dit bedrag staat nog op de stelpost loon-en prijscompensatie (zie programma 10. Financiën en belastingen). Per saldo is het tekort bij kosten voor personeel en organisatie nihil. Wel zien we bij verschillende afdelingen afwijkingen. Opvallende posten zijn hierbij: -Lagere kosten voor contractmanagement en inkoop van nieuwe Wmo-taken (€ 256.000) door ruimte van vacatures gedurende het jaar en lagere regionale kosten voor overlegtafels. -Hogere kosten bij ruimtelijke ordening/stedelijke ontwikkeling (€ 421.000) doordat we meer mensen hebben aangenomen en ingehuurd dan begroot, onder andere door de stijgende vraag van particuliere initiatieven. Met de opbrengst van op deze initiatieven verdienen we een gedeelte van de inhuurkosten terug. Deze opbrengsten staan echter binnen programma 7. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen verantwoord en toegelicht. -Hogere kosten voor ICT doordat de kosten voor verschillende projecten hoger zijn uitgevallen (€ 174.000). -Daarnaast zien we bij verschillende bedrijfsvoeringsafdelingen voordelen door lagere salariskosten, lagere inhuur en hogere inkomsten door detacheringen. Daarnaast is er nog een groot aantal afdelingen die per saldo voor- en nadelen hebben die het restantverschil verklaren. Effect administratieve doorbelastingen We hebben door het effect van de doorbelastingen een nadeel van € 705.000. Het grootste deel hiervan, namelijk € 556.000, komt doordat we minder uren hebben doorbelast naar ‘rendabele’ producten in de begroting. Het gaat hier om uren voor het grondbedrijf of heffingen. Dit speelt bij de volgende onderdelen: -We hebben € 443.000 minder doorbelast naar grondbedrijfactiviteiten vanuit de afdelingen vastgoed, inrichting beheer openbare ruimte en ruimtelijke/stedelijke ontwikkeling. -We hebben € 113.000 minder doorbelast naar activiteiten waarvoor heffing geheven kan worden, onder andere afval en riolering, vanuit de afdeling inrichting beheer openbare ruimte. In 2018 gaan we dit monitoren en hier meer op sturen. Daarnaast hebben we een nadeel van € 150.000 door een herverdelingsprobleem (er zijn minder uren doorbelast naar activiteiten en daar zijn voordelen ontstaan). Overige kosten We hebben een nadeel van € 73.000 op overige kosten. Dit komt door lagere kosten voor ons gemeentehuis (lager niet planmatig onderhoud), hogere kosten voor ICT (telefoonkosten/kopieerkosten en vervaging systeem) en hogere kosten voor P&O (jubilea- en afscheidsgratificaties). | |
Raad en raadscommissies | Lasten | 1.183 | 1.228 | 1.222 | -6 | V | |
Baten | -2 | 0 | 0 | 0 | - | ||
Saldo | 1.180 | 1.228 | 1.222 | -6 | V | ||
Dienstverlening | Lasten | 2.300 | 2.685 | 2.524 | -161 | V | |
Baten | -1.670 | -1.670 | -1.948 | -278 | V | ||
Saldo | 630 | 1.015 | 576 | -439 | V | DienstverleningPer saldo hebben we een voordeel van € 439.000. Bestaande uit lagere kosten van € 161.000 en een hogere inkomsten van € 278.000. Het voordeel komt grotendeels door de volgende 2 oorzaken. 1)Lagere kosten voor het programma E-dienstverlening van € 277.000. Het betreft de projecten website, digitaliseren aanvraag omgevingsvergunning, digitaliseren processen Burgerzaken, uitbreiding digitaal proces leerlingenvervoer, MijnOverheid, een kaart op internet en zaakgericht werken Ondernemerszaken. Een aantal van deze projecten heeft vertraging opgelopen en zal doorlopen in 2018. We hebben het budget dat we niet hebben besteed gestort in de reserve E-dienstverlening. | |
College | Lasten | 1.109 | 1.109 | 1.215 | 107 | N | |
Baten | 0 | 0 | -98 | -98 | V | ||
Saldo | 1.109 | 1.109 | 1.118 | 9 | N | CollegeWe hebben € 191.000 meer onttrokken aan de reserves dan begroot. Dit komt doordat we meer hebben onttrokken aan de reserve doelmatigheid (€ 276.000) voor het aanstellen van twee Brammers, de formatiekosten voor digitalisering van omgevingsvergunningen, de kosten voor procesgericht werken en een bijdrage om de structurele taakstelling doelmatigheidsoperatie te realiseren. Daarnaast hebben we € 57.000 minder onttrokken aan de reserve stadscentrum voor de afdeling inrichting beheer openbare ruimte (uitvoeringskosten) omdat projecten zijn doorgeschoven. Het restant wordt verklaard door verschillende kleine verschuivingen binnen een aantal afdelingen. | |
Wijkgericht werken | Lasten | 872 | 922 | 933 | 10 | N | |
Baten | 0 | 0 | 0 | 0 | - | ||
Saldo | 872 | 922 | 933 | 10 | N | ||
Rekenkamer | Lasten | 50 | 50 | 49 | -1 | V | |
Baten | 0 | 0 | 0 | 0 | - | ||
Saldo | 50 | 50 | 49 | -1 | V | ||
Verkiezingen | Lasten | 75 | 75 | 127 | 52 | N | |
Baten | 0 | 0 | 0 | 0 | - | ||
Saldo | 75 | 75 | 127 | 52 | N | ||
Totaal programma | Lasten | 30.926 | 33.210 | 35.473 | 2.263 | N | |
Baten | -3.667 | -3.847 | -5.497 | -1.651 | V | ||
Saldo | 27.259 | 29.363 | 29.976 | 612 | N | ||
Stortingen reserves | 103 | 226 | 670 | 444 | N | ||
Ontrekkingen reserves | -229 | -864 | -1.055 | -191 | V | ||
Totaal mutaties Reserves | -126 | -638 | -386 | 253 | N | ||
Resultaat | 27.133 | 28.725 | 29.590 | 865 | N |